PDF Opties

Lokale heffingen

Algemeen

De paragraaf lokale heffingen gaat over het beleid van de heffingen en tarieven in 2024. In deze paragraaf wordt achtereenvolgens behandeld:

  1. De geraamde inkomsten;

  2. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;

  3. Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen;

  4. Een aanduiding van de lokale lastendruk;

  5. Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

Geraamde inkomsten

De baten met betrekking tot de lokale heffingen bedragen in € 1.000:

Soort

2024

Onroerendezaakbelasting eigenaren

17.323

Onroerendezaakbelasting gebruikers

2.953

Roerende woon- en bedrijfsbelasting

27

Rioolheffing

9.829

Afvalstoffenheffing

14.982

Reinigingsrechten

80

Leges omgevingswet

3.512

Parkeerbelastingen

3.356

Lijkbezorgingsrechten en begraafrechten

1.029

Bedrijveninvesteringszones (BIZ)

237

Marktgelden

125

Precariobelasting

318

Hondenbelasting

492

Toeristenbelasting

71

Overige leges (o.a. burgerlijke stand, GBA, woonzaken, APV, archief)

1.960

Totaal geraamde inkosten lokale heffingen

56.294

Kwijtschelding afvalstoffenheffing

886

Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen

Het beleid voor de uitvoering van heffing en invordering van de lokale heffingen is gericht op het waarborgen van kwaliteit en continuïteit tegen zo laag mogelijke kosten (efficiency). Daarbij wordt er op een lastendrukverdeling gelet en wordt zoveel mogelijk het profijtbeginsel toegepast. Als uitgangspunt geldt dat de lokale lasten jaarlijks worden verhoogd voor inflatie. Voor de onroerendezaakbelastingen wordt het consumentenprijsindexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van januari van het voorafgaande jaar als basis gebruikt. Het CBS heeft het inflatiepercentage van januari 2022 vastgesteld op 7,6%. Deze indexering van 7,6% wordt ook toegepast op de overige heffingen (leges, hondenbelasting, precariobelasting, toeristenbelasting, parkeervergunningen).

Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Onroerendezaakbelastingen worden geheven van eigenaren van onroerende woningen en niet-woningen en van gebruikers van onroerende niet-woningen. De eigenaar/gebruiker op 1 januari van enig jaar is belastingplichtig voor het gehele jaar. Grondslag is de waarde van de onroerende zaak die is vastgesteld met een WOZ-beschikking. Voor het belastingjaar 2024 geldt de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 2023. Zoals verwoord in Voorjaarsnota 2023 worden de tarieven 2024 verhoogd met 7,6%. Voor de jaren na 2024 wordt in de begroting rekening gehouden met een trendmatige verhoging van 1,5%. Na bepaling van de nieuwe WOZ-waarden zullen alle tarieven aan die nieuwe waarden worden bijgesteld. Uitgangspunt hierbij is: stijgt de waarde, dan daalt het tarief, waarna de geraamde opbrengst gelijk blijft (vermeerderd met inflatoire verhoging).

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen (RZB)
Deze belasting wordt ook wel de roerendezaakbelasting genoemd, vanwege de aanvulling op en de gelijkenis met de OZB. Deze belasting wordt geheven op alle roerende zaken zoals woonschepen, woonwagens en kiosken. De heffingspercentages zijn gelijk aan die van de OZB.

Rioolheffing

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het beheer van het afval- en regenwater en het verwerken van overtollig grondwater. De heffing mag maximaal kostendekkend zijn en alleen worden gebruikt voor de dekking van de kosten die in de wet genoemd zijn. Voor de beoordeling van de kostendekkendheid stellen wij periodiek het Gemeentelijk Rioleringsplan op. Purmerend hanteert een rioolheffing die is gesplitst naar een eigenarentarief en een grootverbruikheffing. De heffingsgrondslag voor eigenaren is een vast bedrag per aangesloten eigendom. Voor het grootverbruik is deze gekoppeld aan het waterverbruik in kubieke meters (m3), hierbij is gekozen voor het aantal aansluitingen met een verbruik vanaf 300 m3 . Doordat het gebruikerstarief is vervallen, wordt er niet meer specifiek rekening gehouden met kwijtscheldingen en oninbaarheid. Het huidig GRP heeft 2023 als einddatum. Er is onder de Omgevingswet geen verplichting, maar er wordt wel een nieuw plan gemaakt gelet op de opgaven van de komende jaren en de tariefsontwikkeling. Vanwege het saldo in de voorziening is het voorstel voor 2024 het tarief met inflatie te corrigeren.

Afvalstoffenheffing
De gemeente is verplicht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Voor de dekking van de kosten wordt afvalstoffenheffing geheven. Het tarief van de afvalstoffenheffing wordt gebaseerd op de kosten van onder andere inzet van personeel en materieel, verwerkingstarieven van afvalstromen en toerekening van overhead en btw. Purmerend hanteert een gedifferentieerd tarief voor de afvalstoffenheffing. Dit betreft een tarief voor éénpersoons- en meerpersoonshuishoudens. In het kader van de verbetering van de afvalscheiding is het tarief voor een extra restafval container conform het tarief van een meerpersoonshuishouden en wordt een extra gft-container gratis verstrekt. Door de hoge baten van reststromen in de afgelopen jaren en de daling van de verwerkingskosten is er een ruim saldo in de voorziening en kan de tariefstijging in 2024 net als in 2023 ruim minder dan de inflatie zijn. De tariefstijging bedraagt 1%.

Reinigingsrecht

Reinigingsrecht wordt nog uitsluitend geheven van bedrijven voor het ondergronds inzamelen van bedrijfsafval. Het tarief van het reinigingsrecht wordt gebaseerd op de kosten van onder andere inzet van personeel en materieel, verwerkingstarieven van afvalstromen en toerekening van overhead.

Leges omgevingswet
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging (Wkb) voor het bouwen per 1 januari 2024 wijzigen de grondslagen voor het heffen van de leges in Titel 2 van de legesverordening. Uitgangspunt van titel 2 van legesverordening blijft dat de kostendekkendheid 100% is. De nieuw ingevoerde tarieven zijn volledig kostendekkend en zijn met behulp van een extern adviesbureau bepaald. De Omgevingswet en de Wkb zijn nieuw en het is nog onduidelijk wat de implementatie van deze wetten voor effect zal hebben. Daarnaast is door verscheidenheid aan redenen niet altijd goed te voorzien wanneer bouwprojecten gestart worden. Als gevolg hiervan bestaat het risico dat de opbrengsten tegenvallen en de gewenste kostendekkendheid niet gehaald wordt. Als daartoe aanleiding is zal uw raad door middel van tussenrapportages op de hoogte worden gesteld van de ontwikkelingen.

Parkeerbelastingen

Parkeerbelastingen zijn te onderscheiden in een belasting voor feitelijk parkeren en een belasting voor parkeervergunningen. Beide dienen ter regulering van het parkeren, zoals vastgesteld in het parkeerbeleid. De handhaving door middel van de naheffingsaanslag is de zogenaamde fiscalisering van parkeerboetes. Dit geldt alleen voor het parkeren bij automaten waarbij geen of onvoldoende parkeergeld betaald is. Jaarlijks wordt het maximumtarief van de naheffingsaanslag vastgesteld door het Rijk. Per januari worden de tarieven op straat verhoogd omdat de parkeergarage Stadhuisplein is geopend. Op basis van de raadsbesluitvorming zal het Waterlandkwartier in 2024 betaald parkeren krijgen.

Lijkbezorgingsrechten/begraafrechten

Lijkbezorgingsrechten worden onder meer geheven voor het gebruik van de aula, het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen in de urnenmuur. Purmerend streeft hierbij naar kostendekkende tarieven, waarin rekening is gehouden met de kosten van het onderhoud van de gemeentelijke begraafplaatsen. Inmiddels is de harmonisatie van de beheersverordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Purmerend voltooid en wordt er gewerkt aan een beheerplan. De Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Purmerend (2012) en die van de voormalige gemeente Beemster (2011) kunnen worden ingetrokken. De verordeningen voor lijkbezorgingsrechten (Purmerend) en begraafrechten (voormalig Beemster) worden geharmoniseerd en eind 2023 aan de raad voorgelegd zodat er voor Purmerend per 1 januari 2024 gelijke tarieven zijn.

Bedrijveninvesteringszones

Een Bedrijfs Investerings Zone (BIZ) is een afgebakend gebied zoals een winkelstraat of een bedrijventerrein waarbinnen alle ondernemers samen investeren in zaken als bekendheid, uitstraling, kwaliteit en veiligheid van hun gebied. De BIZ-heffing geldt voor de duur van 5 jaar en het tarief van de BIZ heffing verschilt per gebied (vast bedrag of de WOZ waarde van een bedrijfsruimte). De opbrengsten van de bedrijveninvesteringszones worden na aftrek van de perceptiekosten onder voorwaarden beschikbaar gesteld aan de BIZ Stichting Koemarkt, en de Stichting BIZ Purmerend Binnenstad. Bij het opstellen van de programmabegroting 2024-2027 is team Ontwikkeling bezig met het voorstel voor een BIZ Vastgoed Purmerend Binnenstad die start in 2024 en loopt tot en met 2027.

Marktgelden

Marktgelden worden geheven op reguliere weekmarkten en incidentele marktdagen, en bestaan uit tarieven voor het plaatsen van marktkramen en het parkeren bij markten. Dit gaat om de grote markten in Purmerend. De incidentele markten in Purmerend en de markten in Beemster gaan via de leges. Er is inmiddels een nieuwe marktverordening. In 2024 worden de tarieven gecorrigeerd voor inflatie. De tarieven voor gebruik van elektriciteit worden met 20% verhoogd.

Reclamebelasting
De reclamebelasting kan worden geheven over openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg. Voor de belastingheffing is het voldoende dat er sprake is van een tot het publiek gerichte aankondiging met het doel de aandacht van het publiek te trekken. De reclamebelasting is een algemene belasting waarvan de opbrengsten vrij besteedbaar zijn. Daarnaast kan de reclamebelasting een regulerend karakter hebben doordat bedrijven en instellingen bewuster nadenken over het aanbrengen van reclame-uitingen. Reclamebelasting wordt betaald door degene die een openbare aankondiging heeft geplaatst of door degene voor wie een openbare aankondiging is geplaatst. Het gaat erom wie het grootste belang heeft bij de aankondiging.

De Stichting Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend is ingaande 2023 opgeheven en vervangen door de BIZ Binnenstad. Hiervoor is een BIZ heffing ingevoerd voor deze ondernemers en is de heffing van reclamebelasting komen te vervallen.

Precariobelasting

Precariobelasting wordt geheven op degene die een voorwerp of voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel degene voor wie dat voorwerp/die voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig is. De gemeente voert jaarlijks een inventarisatie uit aan de hand waarvan de precariobelasting wordt opgelegd.

Hondenbelasting

Hondenbelasting is van oorsprong een regulerende belasting ter beperking van het aantal honden. Omdat er sprake is van een belasting geldt hier geen maximumtarief en/of spelregel ten aanzien van kostendekkendheid. Omdat er in Purmerend is besloten tot een heffing binnen een bepaald gebied, is de heffing een doelheffing geworden. De geraamde kosten van het hondenbeleid zijn dan ook gelijk aan de geraamde baten in verband met hondenbelasting.

Toeristenbelasting

Toeristenbelasting wordt geheven voor het houden van verblijf met overnachting tegen vergoeding binnen de gemeente voor personen die niet in de Basisregistratie personen zijn ingeschreven als inwoner. Degene die gelegenheid tot verblijf biedt is belastingplichtig en kan de belasting verhalen op degene die verblijf houdt.

Leges
Voor reisdocumenten, rijbewijzen en akten burgerlijke stand bepaalt het Rijk het maximaal te heffen bedrag. De overige leges worden verhoogd met het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. Afwijken van dit percentage is mogelijk, wanneer de kostenontwikkeling voor de afzonderlijke activiteiten dit noodzakelijk maakt.

Kostentoerekening en kostendekkendheid

Tabel kostendekkendheid 2024

Bedragen x € 1.000

Afvalstoffen
heffing

Rioolheffing

Leges omgevingswet

Kosten taakveld(en), inclusief (omslag)rente

10.548

7.400

2.361

Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen

80

-

-

Netto kosten taakveld

10.468

7.400

2.361

Toe te rekenen kosten straatreiniging en regionale brandweer

1.021

1.021

129

Overhead inclusief (omslag)rente

2.390

1.432

1.022

Btw

1.323

875

-

Totale lasten

15.202

10.728

3.512

Opbrengst heffingen

14.982

9.829

3.512

Dotatie aan voorziening

-

-

-

Onttrekking aan voorziening

220

899

-

Totale baten

15.202

10.728

3.512

Dekkingspercentage

100

100

100

Een aanduiding van de lokale belastingdruk

Om een indicatie te geven van de lokale belastingdruk houden we rekening met de volgende belastingsoorten: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. De OZB en de afvalstoffenheffing zijn op alle huishoudens van toepassing, de rioolheffing alleen voor percelen die op de riolering zijn aangesloten. We geven de lokale belastingdruk aan voor:

  • Eenpersoonshuishoudens in een eigen woning;

  • Eenpersoonshuishoudens in een huurwoning;

  • Meerpersoonshuishoudens in een eigen woning;

  • Meerpersoonshuishoudens in een huurwoning.

Voor de berekening van de OZB is uitgegaan van de gemiddelde woningwaarde in Purmerend. Deze bedroeg bij het opmaken van deze begroting voor 2024 € 379.000 afgerond, resulterend in een aanslag van circa € 302 OZB. Dit is indicatief. Het herwaarderingsproces was echter nog gaande. In de onderstaande tabel zijn de vergelijkende cijfers met Purmerend 2022 opgenomen.

 Bedragen in euro's

Eenpersoonshuishoudens

Meerpersoonshuishoudens

Jaar

Eigen woning

Huurwoning

Eigen woning

Huurwoning

Purmerend 2023

775

297

850

372

Purmerend 2024

817

300

893

375

Rangordeoverzicht Woonlastenmonitor 2023

De getallen horen bij de cijfers van een meerpersoonshuishouden eigenaar-bewoner en voor de rangorde geldt: nr 1 heeft de laagste woonlasten.

Gemeente

Bedrag 2023

Rangorde 2023

Rangorde 2022

Nederland gemiddeld1

867

Alkmaar

749

12

8

Hoorn

914

143

115

Dijk en Waard

876

87

-

Den Helder

885

104

126

Edam-Volendam

872

83

99

Wormerland

1.068

298

300

Purmerend

909

134

128

Waterland

959

193

211

Zaanstad

985

228

234

Landsmeer

1.346

346

342

Bron: Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO).
1 In voorgaande jaren was alleen de gemiddelde WOZ-waarde van alle woningen bekend, dus koop- en huurwoningen samen. In de Atlas van de lokale lasten is deze waarde gehanteerd tot en met 2021. Sinds 2022 publiceert het CBS de woningwaarden ook uitgesplitst naar huur- en koopsector. De WOZ-waarde is bij gemeenten vooral van belang bij de ozb. Omdat de ozb alleen wordt betaald door huishoudens met een koopwoning gaat COELO nu uit van de gemiddelde WOZ-waarde van een koopwoning. Door deze herberekening zijn de gemiddelde woonlasten vanaf 2021 gestegen.

Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid

Voor belastingplichtigen met lage inkomens bestaat de mogelijkheid van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de belasting. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor de afvalstoffenheffing. Kwijtschelding is mogelijk wanneer aan de voorwaarden van de Invorderingswet 1990 is voldaan, met dien verstande dat wij uitgaan van 100% van de relevante bijstandsnorm. Richtlijnen voor het verlenen van kwijtschelding staan in het Besluit gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid.