Nr. | Omschrijving (bedragen x € 1.000) | Krediet | Programma | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
A. Stand Voorjaarsnota 2023 (raadsbesluit 1583415) | 1.628 | 3.283 | 592 | 7 | |||
B. | Autonome ontwikkelingen: | ||||||
1 | Aframen budget GGZ in de wijk, GIDS gelden, combinatiefuncties en thuisgekookt (via Spuk Gala) | 02. Samenleving | 115 | 116 | 117 | 118 | |
2 | Vervangingsinvesteringen Spurd | 4.721 | 02. Samenleving | - | -123 | -265 | -430 |
3 | Aframen dividend Stadsverwarming | Algemene dekkingsmiddelen | -700 | - | - | - | |
4 | Inschalingsverschillen (vrijval) | Algemene dekkingsmiddelen | 350 | 350 | 350 | 350 | |
5 | Ontwikkelingen gemeentefonds meicirculaire 2023 | Algemene dekkingsmiddelen | 4.473 | 4.042 | 2.159 | -48 | |
6 | Bufferbudget ravijnjaar 2026 (geen extra middelen vanuit het Rijk) | Algemene dekkingsmiddelen | -2.000 | -4.000 | -3.000 | - | |
7 | Actualisatie renteomslag en investeringsplan | Algemene dekkingsmiddelen | 601 | 331 | 1.388 | -448 | |
8 | Overige ontwikkelingen (< € 100.000) | Divers | -11 | -13 | 75 | 73 | |
4.721 | Subtotaal B | 2.827 | 703 | 824 | -385 | ||
C. | Gemeenschappelijke regelingen: | ||||||
1 | Begroting 2024 Participatiebedrijf Werkom (besluit 1584701) | 02. Samenleving | -381 | - | - | - | |
2 | Begroting 2024 GGD Zaanstreek-Waterland (besluit 1585204) | 02. Samenleving | -144 | -292 | -351 | -423 | |
3 | Begroting 2024 Omgevingsdienst IJmond (besluit 1584235) | 08. Veiligheid | 130 | 132 | 136 | 146 | |
4 | Begroting 2024 Veiligheidsregio Zaanstreek/Waterland (besluit 1583757) | 08. Veiligheid | -607 | -618 | -630 | -767 | |
5 | Begroting 2024 Waterlands archief (besluit 1584456) | 10. Bestuur en Concern | -52 | -44 | -1 | -13 | |
6 | Begroting 2024 recreatieschap Twiske Waterland (besluit 1585135) | 10. Bestuur en Concern | -6 | -6 | -6 | -6 | |
Subtotaal C | -1.060 | -827 | -852 | -1.063 | |||
D. | Uitgangspunten en indexering: | ||||||
1 | Indexatie investeringen: | ||||||
a | Indexatie vervangingsinvesteringen Theater de Purmaryn | 225 | 02. Samenleving | - | -19 | -19 | -28 |
b | Indexatie krediet nieuwbouw Da Vinci college | 4.111 | 02. Samenleving | - | - | - | -112 |
c | Indexatie krediet terrein Stadhuispleingarage | 333 | 05. Mobiliteit | - | - | - | - |
2 | Indexatie exploitatiebudgetten: | ||||||
a | Indexering Wmo/Jeugd/subsidies maatschappelijke instellingen | 02. Samenleving | -347 | -354 | -359 | -3.255 | |
b | Beheer openbare ruimte/ Wegenbeheer Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier/markten | 06. BOR/10.Economie | -238 | -279 | -227 | -509 | |
c | Bedrijfsvoering | Overzicht Overhead | -124 | -148 | -172 | -210 | |
d | Actualisatie lonen en salarissen (jaarschijf 2027) | Algemene dekkingsmiddelen | - | - | - | -2.052 | |
3 | Dekking uit stelpost loon- en prijsontwikkeling (LPO) | Algemene dekkingsmiddelen | 1.388 | 1.628 | 1.629 | 7.658 | |
4.669 | Subtotaal D | 679 | 827 | 852 | 1.493 | ||
Stand (primitieve) Programmabegroting 2024 (beschikbare ruimte) exclusief keuzes | 9.390 | 4.073 | 3.986 | 1.416 | 52 | ||
Keuzes Programmabegroting 2024 | -2.463 | -1.953 | -1.104 | - | |||
Stand Programmabegroting 2024 (beschikbare ruimte) inclusief keuzes | 1.610 | 2.033 | 312 | 52 | |||
Begrotingsadvies VNG Programmabegroting 2024 | -1.257 | -1.639 | -10.686 | -12.763 | |||
Stand Programmabegroting 2024 (beschikbare ruimte) inclusief keuzes en begrotingsadvies VNG | 354 | 394 | -10.374 | -12.711 |
Het vertrekpunt voor de programmabegroting is de stand van de Voorjaarsnota 2023. Hierover is besloten op 8 juni 2023 (raadsbesluit 1583417). Vervolgens presenteren wij u een bijgesteld beeld en lichten wij de posten toe die daar in nieuw zijn (onderdelen B t/m D). In bovenstaande tabel nemen wij het begrotingsadvies van de VNG over door het opstellen van een reële begroting 2024 op basis van het huidige takenpakket en de noodzakelijke investeringen, waarbij het tekort dat ontstaat nu duidelijk en zichtbaar is in de jaren 2026 en 2027. Overigens gaat de VNG nog in overleg met de provinciale toezichthouders over het financieel toezicht en het indienen van tekortbegrotingen voor de jaarschijven na 2025. De keuzes en het begrotingsadvies van de VNG worden nader toegelicht in hoofdstuk Keuzes en de aanbiedingsbrief.
B. Autonome ontwikkelingen
1.Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)
In het Integraal Zorg Akkoord (IZA) is afgesproken dat het preventief gezondheidsbeleid wordt versterkt. Binnen het IZA zijn afspraken tussen het Rijk, gemeenten en verzekeraars gemaakt over hoe preventief gezondheidsbeleid en verbinding van de eerstelijnszorg en het sociaal domein kan worden versterkt en geborgd. De uitwerking van de preventieagenda vindt plaats in het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Met de specifieke uitkering (SPUK) stelt het Rijk geld beschikbaar voor preventie en gezondheidsbevordering.
Voor de periode 2023-2026 zijn de afspraken in het GALA erop gericht om lopende activiteiten in preventief gezondheidsbeleid te continueren en deels nieuwe thema’s te kunnen starten. Het betreft programma’s op gebied van Sport & Bewegen, Gezondheid & Preventie en de versterking van de Sociale Basis & Wijkinfrastructuur.
Binnen de SPUK kunnen gemeenten tot op zekere hoogte zelf schuiven met de budgetten voor de verschillende programma’s, afhankelijk van de lokale situatie. Na 2026 zou het gemeentelijk preventiebeleid structureel gefinancierd moeten worden via het Gemeentefonds. Voor een aantal regelingen binnen de gemeentelijke begroting was hiervoor al dekking. Dit betreft de structurele budgetten voor GGZ in de wijk, GIDS gelden en thuisgekookt (incidenteel). De financiering loopt nu via de Spuk Gala en vallen vrij ten gunste van de algemene middelen. Voor de bestaande brede regeling combinatiefuncties wijzigt het type van een decentralisatie uitkering naar de specifieke uitkering Gala. Hiermee vervalt de inkomensoverdacht via het gemeentefonds. Deze uitname verloopt budgetneutraal.
2. Vervangingsinvesteringen Spurd
In de Voorjaarsnota 2023 was nog geen actueel overzicht voorhanden van de kredieten Spurd. Gedurende het voorjaar is deze opgave ontvangen en afgewogen naar nut en noodzaak. Voor de noodzakelijke vervangingsinvesteringen is nu een bedrag van € 4,7 miljoen opgenomen in de begroting. Dit betreft vervangingen voor het Leegwaterbad, buitensportaccommodaties (o.a. sportcomplexen IJsendijkstraat/Purmersteijn, De Dop/Flying Petrels, Zuidoostbeemster, de Munnik, WBSV) en binnensportaccommodatie de Vaart. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten, vanaf 2025 € 123.000 oplopend naar € 430.000 in 2027 zijn verwerkt in de begroting 2024. In het investeringsoverzicht 'vervangingsinvesteringen' vindt u de detaillering terug.
3. Aframen dividend Stadsverwarming
Op 20 april 2023 heeft het college met memo 1584106 de gemeenteraad ingelicht over de technische problemen bij de stadsverwarming (SVP). Medio februari is er een lekkage in één van de vier ketels van de BioWarmteCentrale geconstateerd. Hierdoor is deze ketel uit operatie gehaald. Uit veiligheidsoverwegingen is besloten ook de naastgelegen ketel in hetzelfde ketelhuis uit te schakelen. De gemeente heeft aan SVP gevraagd onderzoek te doen naar de financiële gevolgen en oplossingsrichtingen van deze technische problemen. Het college heeft de raad met de memo 1585724 d.d. van 6 juni 2023 geïnformeerd over de uitkomsten en de oplossingsvariant waar de voorkeur van het college naar uitgaat. Hierbij is er gekozen voor de variant om het tarief van de SVP niet te veranderen. Hierdoor zal er in 2023 sprake zijn van een negatief resultaat. Voor de gemeente Purmerend (als aandeelhouder) betekent dit dat de begrote dividenduitkering over 2023 van € 700.000 (uit te keren in 2024) komt te vervallen.
4. Inschalingsverschillen
De laatste jaren zijn er op diverse functies inpassingen gedaan (herwaardering). Doordat deze inpassingen zijn geraamd in de begroting, zijn er over het algemeen hierdoor per organisatieonderdeel nog slechts kleine verschillen tussen de formatie en de inschaling. De budgetten voor schaalverschillen kunnen daardoor vervallen. Het financiële risico op een overschrijding binnen de programma’s zal minimaal zijn.
5. Ontwikkelingen gemeentefonds meicirculaire 2023
In de raadsbrief (registratienummer 1585890) bent u geïnformeerd over de ontwikkelingen van de meicirculaire van het gemeentefonds. Het totale effect van de meicirculaire was als volgt opgebouwd (bedragen x € 1.000):
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
---|---|---|---|---|
A. Financieel effect meicirculaire 2023, verdeeld naar: | 4.473 | 4.042 | 2.159 | -48 |
B. Totaal reserveringen programma's/beleidsvelden | 374 | 1.513 | 294 | 65 |
C. Totale bijdrage (A+B) meicirculaire 2023 | 4.847 | 5.555 | 2.453 | 17 |
Het algemene beeld (zie regel A) voor de begrotingsruimte is positief voor alle jaren, met uitzondering van 2027. Deze groei wordt voornamelijk veroorzaakt als gevolg van prijs- en loonstijgingen. De belangrijkste ontwikkelingen van de uitkering in de meicirculaire staan in het teken van:
Bij de berekening van het accres bij de Voorjaarsnota 2023 van het Rijk is rekening gehouden met de loon- en prijsontwikkeling uit het Centraal Economisch Plan (CEP) raming 2023. Als gevolg van de hogere inflatie vallen deze percentages nu hoger uit. Vanaf 2023 is voor alle jaren sprake van een opwaartse stijging van het nominale accres ten behoeve van loon- en prijsstijgingen. Gezien de onzekerheden in de prognoses over prijsontwikkeling van het CPB en de hoge inflatie op dit moment zijn de uitgangspunten uit de Voorjaarsnota 2023 doorgerekend in de begroting 2024 tot en met de jaarschijf 2027. Dit was financieel nog niet in de Voorjaarsnota verwerkt. Dit heeft geresulteerd in forse aanpassingen in de budgetten van de gemeenschappelijke regelingen, kredieten en exploitatie en de centrale reservering LPO voor toekomstige ontwikkelingen. De benodigde middelen hiervoor maken onderdeel uit van regel A1b. Daar tegenover staat de compensatie van het Rijk in de meicirculaire (regel A1a). In het huidige beeld ontvangen we voldoende om de berekende loon- en prijscompensatie te dekken (er zit ca € 50.000 tussen). We zien momenteel dat er in de centrale stelpost LPO onvoldoende ruimte is om de IBOR indexering van de Voorjaarsnota van 50% naar 100% te zetten of een nieuwe schijf van de investeringsagenda in 2027 te ramen. Dit vraagstuk nemen we mee in de Voorjaarsnota 2024.
De structurele compensatie voor de jeugdzorg is voor 2026 en verder nog niet uitgekeerd. Inmiddels is er een financieel principeakkoord bereikt tussen het Rijk en de VNG over de hervormingsagenda jeugdzorg. In de begroting is voor de periode 2026/2027 een stelpost opgenomen van 75% van het financieel kader van de commissie van Wijzen.
6. Bufferbudget 2026
Het kabinet laat de nieuwe systematiek pas per 2027 in gaan, terwijl het coalitieakkoord spreekt over 2026. De oude “trap op trap af ”methode wordt al vanaf 2026 losgelaten. Een oplossing voor dat jaar zien we niet terug in de meicirculaire. Het beeld is wel dat we door incidentele middelen van de meicirculaire een reservering van € 9 miljoen kunnen maken met het oog op het tekort van 2026 dat het Rijk nu ongedekt laat. Hiervoor wordt in 2024 € 2 miljoen, 2023 € 4 miljoen en in 2026 € 3 miljoen gereserveerd en incidenteel toegevoegd aan de algemene reserve.
7. Actualisatie renteomslag en het meerjariginvesteringsplan (MIP)
Bedragen x € 1.000 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
1. Actualisatie investeringsplan (kapitaallasten) | 728 | 949 | 1.846 | 339 |
2. Actualisatie renteomslag (financiering) | -127 | -618 | -45 | -878 |
Totaal | 601 | 331 | 1.388 | -448 |
De kapitaallasten zijn aangepast als gevolg van nieuwe en bijgestelde investeringen alsmede geactualiseerde ramingen per jaarschijf (cashflows). In het investeringsoverzicht is een gedetailleerd overzicht opgenomen. Hierin zijn ook verwerkt: de kredieten uit de Voorjaarsnota 2023, onvermijdelijke vervangingsinvesteringen Spurd en indexatie terrein Parkeergarage (dekking reserve parkeren), theater de Purmaryn en nieuwbouw Da Vinci college In de huidige situatie staan veel investeringen gepland, waarvan een deel over meerdere jaren wordt ‘meegenomen’. Dit voortduwen van investeringen zit thans met name bij beheerplannen en onderhoudsprojecten. Er zijn diverse grote projecten die meerdere jaren duren. In deze begroting is getracht de capaciteit en de uitvoering van de kredieten voor de komende periode goed in beeld te brengen om de afgesproken investeringen te realiseren. Hierdoor zijn de uitgaven realistischer begroot over de jaren 2024-2027. Daarnaast is er een investeringsagenda opgesteld op basis van de groei van de gemeente, waarbij in deze begroting vooral kredieten zijn opgenomen voor scholen, sportvoorzieningen, mobiliteitsmaatregelen, vergroening van de Binnenstad en de kwaliteitsslag van de parken.
De rente is het afgelopen jaar behoorlijk gestegen. In het voorjaar van 2022 lag de rente voor een 20-jaars lineaire lening nog op 2,2%, in de zomer 2023 is dit 3,6% (stijging van 1,4%-punt). De prognose voor 2023 en 2024 is een gematigde economische groei met een oplopend overheidstekort. Zolang de inflatie hoog is (of blijft) zal de Europese Centrale Bank (ECB) de neiging hebben om de rente te verhogen om op die manier de economie te proberen 'af te koelen' en de inflatie weer om te laten buigen naar het gewenste stabiele niveau van ongeveer 2%. Nu ligt die inflatie in de Europese Unie ruim boven de 5,5% en in Nederland iets lager (4,3%). Met het voorliggende investeringsprogramma kan dit voor Purmerend gevolgen hebben dat investeren de komende tijd duurder wordt. Om de kapitaalbehoefte te financieren trekt Purmerend langlopende leningen aan. Dit kan leiden tot hogere rentelasten in onze begroting. Voor nu wordt er in de begroting rekening gehouden met de renteverwachting die de BNG aanhoudt van gemiddeld 3,6% lange rente (20-jaars).
8. Overige ontwikkelingen
In de regel overige ontwikkelingen zijn diverse kleinere afwijkingen opgenomen. Het structurele effect 2018 en 2019 wordt veroorzaakt door actualisaties van de Bedrijfinvesteringszones (BIZ) Binnenstad en de voorziening afkoop onderhoud begraafplaatsen. Incidenteel betreft dit het op orde brengen van het budget Purmerend onder Stoom voor de jaren 2026 en 2027.
C. Gemeenschappelijke regelingen
Na de aanbieding van de Voorjaarsnota zijn er van diverse gemeenschappelijke regelingen begrotingen voor zienswijze voorgelegd aan de gemeenteraad. In de begroting zijn de financiële effecten structureel verwerkt ten laste van de centrale stelpost loon- en prijsontwikkeling (LPO), met uitzondering van participatiebedrijf Werkom.
Door de daling van de WSW-bekostiging (door een sneller dan verwachte afname van het aantal WSW-medewerkers) en de beperkte verhoging van de middelen vanuit het Rijk van de participatiebudgetten voor nieuwe cliënten (nieuw beschut) is er minder ruimte dan aanvankelijk was gedacht. Daar komen de kosten voortvloeiend uit het gekozen toekomstscenario bij. In de begroting zijn de cijfers 2023 en 2024 verwerkt. Dat betekent een aframing van € 219.191 in 2023 en een bijraming van € 308.770 in 2024. De overige jaren worden als indicatief beschouwd en zijn niet verwerkt. Er wordt van Werkom op basis van de realisatie 2023 en de uitwerking van de aanbevelingen van Bureau Berenschot verwacht dat het tekort wordt teruggedrongen. Bij het participatiebedrijf Werkom is het nadelige bedrag voor 2024 van € 380.770 ten laste gebracht van het begrotingssaldo.
D. Uitgangspunten en indexering
Gezien de onzekerheden in de prognoses over prijsontwikkeling van het CPB en de hoge inflatie op dit moment zijn de uitgangspunten uit de Voorjaarsnota 2023 doorgerekend in de begroting 2024. Ook is de indexering van de jaarschijven 2026 en 2027 nu goed in de begroting 2024 opgenomen. Onderstaande claims worden nu ten laste van deze centrale stelpost loon- en prijsstijging gebracht (D3). Dit betreft voor 2024 een bedrag van bijna € 1,4 miljoen oplopend naar bijna € 7,7 miljoen in 2025.
D1a. Indexatie vervangingsinvesteringen Theater de Purmaryn
Diverse kredieten bij de Purmayn zijn begroot op basis van prijspeil 2020. Gezien de stijging van de materialen is hierop indexering toegepast. Ook nieuwe aanbestedingen leiden tot hogere prijzen. Hierbij zijn de volgende kredieten opgehoogd: omzetten krediet toneeldimmerinstallatie en toneelspots naar ledverlichting € 50.000, krediet stofferen stoelen grote zaal € 150.000 en € 25.000 voor het krediet vloerbedekking grote zaal inclusief balkon. De kapitaallasten stijgen hierdoor met € 19.000 vanaf 2025 naar € 28.000 in 2027. Dekking is voorzien uit de stelpost loon- en prijsstijgingen (LPO).
D1b. Indexatie krediet nieuwbouw Da Vinci college
Bij het voorlopig ontwerp (VO) is een kostencalculatie gemaakt. Duidelijk is dat het project niet binnen het bestaande krediet kan worden gerealiseerd aangezien dit prijspeil 2023 heeft. Er is een afspraak gemaakt over de redelijke indexatie tot einde werk. Die was niet geheel passend op de VO- calculatie, maar PSG heeft op zich genomen het definitief ontwerp (DO) te maken op het geïndexeerde bedrag. De sloop zal plaatsvinden in 2023 en de nieuwbouw loopt van 2024 t/m 2026. Voor de sloop met vervangende nieuwbouw/vervangende huisvesting van zowel het Da Vinci College als SG Antoni Gaudí is in het IHP 2021 krediet opgenomen. Dit krediet is geïndexeerd t/m 2023. Voor een finale afspraak is ook indexering tot en met 2026 afgesproken. De extra verhoging van € 4.110.740 op het bestaande krediet is nu verwerkt meegenomen in de begroting 2024. De nieuwbouw wordt volgens ENG-eisen gerealiseerd. Dat betekent dat in het gebouw het energiegebruik door fossiele brandstoffen wordt gecompenseerd door daar geproduceerde duurzame energie. De PSG draagt zelf bij aan deze energie ambitie door een bedrag van € 1.125.189 zelf te bekostigen. Het resterende bedrag van € 2.985.551 leidt tot een extra kapitaallast van € 112.000 vanaf 2027 en is gedekt uit de stelpost loon- en prijsstijgingen (LPO).
D2a tem d. Indexatie exploitatiebudgetten
In de begroting 2024 zijn de volgende exploitatiebudgetten geïndexeerd: bedrijfsvoeringsbudgetten, Wmo, Jeugd, subsidies maatschappelijke instellingen, beheer openbare ruimte, wegenbeheer Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en markten. In de Voorjaarsnota 2023 is het effect van de CAO meegenomen en bijgeraamd op de personele budgetten voor de schijven 2023 tot en met 2026. De ophoging van de budgetten 2027 voor loonontwikkelingen was nog niet meegenomen. In de begroting 2024 tot en met 2027 is een indexatie van 3% per jaar aangehouden. Voor 2027 resulteert dit in een hogere last van € 2.052.000. Dekking is voorzien uit de stelpost loon- en prijsstijgingen (LPO).