Voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte richten we ons op een functionele, veilige, toekomstbestendige en aantrekkelijke leefomgeving.
We actualiseren het integraal beheerplan voor het planmatig cyclisch onderhoud, zodat we de komende jaren de kwaliteit naar niveau B kunnen verbeteren. We doen dit op basis van 3 speerpunten: Klimaatadaptief beheren, Assetmanagement (risico, normkosten en kwaliteit) en Datagestuurd werken.
In lijn met het Parkenplan worden de 8 parken stuk voor stuk opgeknapt. In 2025 en 2026 brengen we het ontwerp voor park De Dwarsgouw verder naar een Voorlopig Ontwerp en Definitief Ontwerp. Voor het Leeghwaterpark wordt het eerder vastgestelde ontwerp technisch uitgewerkt.
De aangepakte parken beheren we op kwaliteitsniveau A, net als het winkelgebied in het centrum van Purmerend en het Marktplein en Het Landje in Middenbeemster.
Medio 2026 gaan we met de ervaringen en cijfers van de eerste 4 parken, de businesscase voor de laatste 4 parken (Gorse bos, Park De Uitvlugt, Park De Driegang en Groengebied Purmerland) herzien.
We richten de openbare ruimte evenwichtig, klimaatadaptief en duurzaam in en beheren deze ook zo. In elk vakgebied zoeken we naar mogelijkheden om te verduurzamen en te innoveren, zowel wat betreft materialen als werkwijzen.
In 2026 blijven we verder werken aan het vervangen van riolen en plaatsen we steeds meer ledverlichting in de stad.
In 2025 is een scan uitgevoerd naar de mogelijkheden om niet-functionele verharding langs de hoofdroutestructuur om te zetten naar groen. Waar mogelijk voeren we dit in 2026 uit. Bij herbestratingen en herinrichtingen bekijken we deze mogelijkheden altijd.
We volgen de kwaliteitsvooruitgang door periodieke inspecties en garanderen de veiligheid met technische controles, zoals vastgelegd in het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte.
In 2026 staan ongeveer 20 speellocaties gepland die toe zijn aan vervanging.
Jaarlijks voeren we op een derde van ons bomenbestand boomveiligheidskeuringen uit. We keuren de bomen als we ze snoeien. De bomen die een risico vormen controleren we jaarlijks om te kijken of ze veilig zijn. Zo houden we onze bomen goed en veilig.
De technische staat van het groen wordt op basis van NEN[1]-inspecties in beeld gebracht, de kwaliteit van het dagelijks onderhoud door middel van maandelijkse beeldkwaliteitsmetingen. Deze inspecties gaan ons de komende jaren helpen om te bepalen welke locaties we gaan omvormen en welke we tijdelijk zo laten, omdat deze binnen 2jaar in een project zitten.
We blijven het ingezette cyclisch onderhoud in het groen uitvoeren en verbeteren de biodiversiteit, natuurinclusiviteit en groei- en leefomstandigheden voor de bomen.
We onderzoeken welke delen van groenonderhoud we mogelijk in eigen beheer gaan doen, waaronder zelf maaien vanaf voorjaar 2027.
We maaien het gras intensief waar het moet en extensief waar het kan. Op plekken waar gras voornamelijk wordt gebruikt om op te spelen en te recreëren maaien we vaker. Op plekken waar we de biodiversiteit willen stimuleren maaien we het gras hoogstens 2 keer per jaar. Langs wegen en op plekken waar goed zicht belangrijk is voor de verkeersveiligheid houden we het gras kort. Voor het actualiseren van de maaikaarten participeren we op wijkniveau om deze afwegingen af te stemmen met de bewoners.
Als gemeente zijn we transparant over het inrichten van de openbare ruimte voor goed beheer. Daarom actualiseren we jaarlijks het Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR), waarin de laatste wet- en regelgeving en beleid staan. Dit is bedoeld voor externe partijen die werken aan de ontwikkeling of (her)inrichting van de openbare ruimte.
Het HHNK is volop bezig alle wegen en het wegbeheer over te dragen aan gemeenten om zich te richten op de eigen watertaak. Samen met HHNK maken we concreet welke activa overgedragen wordt, waarbij de gezamenlijk opgestelde uitgangspositie als basis dient. Om een goede businesscase op te stellen en de kwaliteit goed in beeld te brengen, voeren we, in samenwerking met HHNK, aanvullende metingen en onderzoeken uit. Dit is nodig vanwege het ontbreken van goede gegevens. Afhankelijk van de resultaten bepalen we of, wanneer en op welke manier de geplande overdracht plaatsvindt.
Op 27 februari 2025 heeft de gemeenteraad de verbrede duurzaamheidsagenda ‘Werk aan de toekomst’ vastgesteld. Het werken aan de toekomst van de gemeente Purmerend doen we aan de hand van verschillende transitiepaden. Via de sporen “We gaan anders om met water en houden het hoofd koel” en “We vinden een balans tussen mens, natuur en bebouwing” hebben de onderwerpen klimaatadaptatie en ecologie hierin een plek.
Het klimaat verandert en weersextremen nemen toe. Met de Klimaatadaptatiestrategie gemeente Purmerend 2025-2030 werkt de gemeente, in lijn met het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA), toe naar een klimaatbestendige en waterrobuuste stad in 2050. Bij klein- en grootschalige herstructurering van de openbare ruimte wordt klimaatadaptatie meegenomen. Binnen ruimtelijke ontwikkelingen hanteert de gemeente de Basisveiligheidsniveaus Klimaatbestendige Nieuwbouw. In 2026 worden naar verwachting onderstaande projecten klimaatbestendig uitgevoerd:
Overwhere-Zuid deelplan A4-2: Bomen en verbeteren boomgroeiplaatsen.
Wheermolen-Oost deelplan 11 (Boeierstraat) en deelplan 13 (Botter- en Aakstraat): Waterbergende weg, meer groen en bomen, grasverharding.
Grijs naar groen: In 2025 is een scan uitgevoerd naar de mogelijkheden om niet-functionele verharding langs de hoofdroutestructuur om te zetten naar groen. Waar mogelijk geven we hier in 2026 uitvoering aan. Bij herbestratingen en herinrichtingen bekijken we deze mogelijkheden altijd.
BOL Tarwestraat, Luitje Broekema en Koggenland: Waterbergende parkeerplaatsen.
Leeghwaterpark: Meer oppervlaktewater, natuurlijke beschoeiing, groen.
Verbeteren watersysteem: verbreden te krappe duikers in peilgebied Overwhere.
We blijven de komende jaren op veel plekken bouwen, wat grote invloed heeft op de lokale natuur. Het doel van de Nota Ecologie gemeente Purmerend 2025-2030 is het behouden en verbeteren van de natuur in Purmerend. Belangrijk hierbij is het verbeteren van het leefgebied van beschermde soorten. In de nota is het Puntensysteem natuurinclusief bouwen Purmerend 2.0 opgenomen, waarin uitgangspunten zijn opgenomen voor de bouw en ontwikkelingen die bijdragen aan het stedelijke klimaat en biodiversiteit. Uiteindelijk moeten inwoners, organisaties en bedrijven de ecosysteemdiensten van de natuur omarmen om het hoofd boven water te houden. Op het gebied van ecologie zetten we in op meer stedelijk (gevel)groen waar mogelijk, meer verblijfplaatsen voor flora en fauna, meer groen op boerenerven in de Beemster, en versterking van de (water)natuurverbindingen door specifieke plaatsgebonden maatregelen. In 2026 worden naar verwachting onderstaande ecologische projecten uitgevoerd:
Bij de ijsvogelwanden in het Gorsmeer worden maatregelen getroffen voor het versterken van de visstand.
In het Beemster Bomenmuseum (Arboretum) wordt een kerkuilentil geplaatst en paddenpoel gegraven ter bevordering van de biodiversiteit en de educatieve waarde van het arboretum.
In 2025 en doorlopend in 2026 worden natuurinclusieve renovaties van nieuwbouwprojecten uitgevoerd waarbij 109 nestkasten worden gerealiseerd voor vleermuizen en vogels.
In samenwerking met klimaatadaptatie wordt het Tilburyplein vergroend.
In samenwerking met gemeente Purmerland wordt onderzocht hoe de oevers van groengebied Purmerland natuurlijker kunnen worden gemaakt met een hogere ecologische waarde.
Gemeente Purmerend zit in de koplopersgroep voor het ontwikkelen van een biodiversiteitsmaatlat. Dit doen wij in samenwerking met 8 andere gemeenten, 2 adviesbureaus en het CROW. De biodiversiteitsmaatlat brengt in beeld hoe het gesteld is met de (voorwaarden voor) biodiversiteit, omdat de CROW beeldkwaliteitssystematiek daarvoor niet geschikt is.
In 2026 gaan we een Speelvisie opstellen, mede gericht op ontmoeten. Met grotere en centraal gelegen speellocaties willen we ontmoeten nog meer faciliteren, én stimuleren dat zowel jongeren als ouderen het huis uit komen. Dit doen we bijvoorbeeld door het aanleggen van jeu de boules veldjes en het plaatsen van fitnessapparaten en schaaktafels op diverse locaties, waaronder in de opgeknapte parken.
De waterketen is essentieel voor onze volksgezondheid, vooral nu we ons steeds meer bewust worden van de risico's van ziekteverwekkers en ongewenste stoffen, zoals medicijnresten en industriële verontreinigingen in water. In het gemeentelijk Water- en Rioleringsprogramma 2025-2030 (WRP) benoemen we de activiteiten om aan de gestelde doelen te voldoen en geven we inzicht in de directe en indirecte riolerings- en waterkosten. Tariefaanpassingen worden doorgevoerd op basis van actuele lasten en te verwachten kosten en opbrengsten. Het WRP toont de lange termijn trend van de rioolheffing.
Bij (grootschalige) nieuwbouw en herontwikkeling houden we rekening met toekomstige ontwikkelingen, zoals extreme buien en langdurige droogte. Dit leidt tot veranderingen in de inrichting van de openbare ruimte met meer ruimte voor de (tijdelijke) opvang van water. We streven ernaar projecten te combineren en zoeken continu naar de optimale balans tussen kosten, risico's en prestaties.
We werken samen met andere gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland. De intensieve samenwerking van de afgelopen jaren en de behaalde resultaten vormen de basis om deze samenwerking voort te zetten en gezamenlijk in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Voor de regio Noorderkwartier zijn nieuwe samenwerkingsafspraken gemaakt tussen gemeenten, waterschap en drinkwaterbedrijf voor de periode 2021-2030.
De watertaken binnen het BOR worden steeds belangrijker door klimaatverandering en de toename van extreme weersomstandigheden, zoals zware regenval en droogte. Hierdoor komt het watersysteem steeds meer onder druk te staan. Het beheer van stedelijk water wordt geregeld volgens wet- en regelgeving, zoals de Keur Waterschap, Legger Waterschap en de Kaderrichtlijn Water (KRW). Door optimaal beheer en controle streven we naar een robuust en klimaatbestendig watersysteem.
De komende jaren ligt het risico in de bedrijfsvoering van Beheer & Onderhoud vooral bij stijgende materiaalkosten, beperkte capaciteit zowel intern als extern, en de kosten voor energie, brandstof en loon. Hierdoor is er minder budget om achterstanden in te halen, waardoor het langer duurt om het beheersniveau B te bereiken. Volgens metingen van Royal HaskoningDHV is het groen inmiddels voor 94% van de stad op B-niveau.
Samen met Royal HaskoningDHV is gewerkt aan een normkostenmodel. Hierdoor krijgen we beter inzicht in de benodigde budgetten en capaciteit voor de disciplines Beheer & Onderhoud en Groen & Spelen. Dit helpt de komende jaren om beter de afweging te maken over het in eigen beheer uitvoeren, dan wel het uitbesteden van werkzaamheden.
In mei 2024 heeft Liander met de gemeente haar programma voor de netverzwaring in Purmerend gedeeld. Hierin staat dat het aantal transformatorhuisjes bijna verdubbeld moet worden, te beginnen met de Beemster. In 2025 hebben we, tezamen met Liander, een start gemaakt met de BuurtRealisatiePlannen (BRP) om per buurt de locaties van de nieuwe transformatorhuisjes te bepalen en neer te zetten. Deze opgave komt bovenop het reguliere beheer in de ondergrond. Hiervoor is een projectteam samengesteld om de opgave rondom transformatorhuisjes en de diverse werkzaamheden in de openbare ruimte te coördineren. Dit loopt in 2026 en nog meerdere jaren door, afhankelijk van de snelheid. Daarnaast is Liander bezig met de verzwaring van de middenspanning (programma Helix) en wordt het OnderStation Baanstee Noord aangesloten.
De geactualiseerde AVOI wordt begin 2026 voor besluitvorming voorgelegd aan de raad. Het AVOI is geactualiseerd en aangepast aan de huidige regelgeving en normen. We zijn daarmee voorbereid op de overgang van de regelgeving rondom kabels en leidingen van nutsbedrijven naar het Omgevingsplan. De regels in de AVOI over de aanleg van kabels en leidingen, behalve telecommunicatiekabels, moeten worden opgenomen in het Omgevingsplan. Dit moet uiterlijk 1 januari 2032 in het nieuwe deel van het Omgevingsplan zijn opgenomen. We streven ernaar in 2026 de leges voor de ondergrondse infrastructuur te herzien en waar nodig aan te passen.